Een passende regenboog neerleggen

MEE & de Wering is begonnen met het ontwikkelen van een nieuw strategisch beleid. In 2018 hebben we een strategisch kader bepaald tot en met 2022. Het werd dus hoog tijd en we zijn uit de financiële kramp. Begrijp me niet verkeerd, ons eigen vermogen is nog te laag. De omvang is nu wel voldoende om een forse tegenvaller op te vangen. Dat geeft ruimte om vanuit een nieuw perspectief naar de wereld te kijken en ons opnieuw af te vragen “waar zijn we nu echt van”.

In de wijze waarop we het ontwikkelen van strategisch beleid aanpakken hebben we twee “ophaalsessies” opgenomen. De eerste bijeenkomst was met medewerkers en de tweede bijeenkomst met externe stakeholders. Wat mij betreft zijn het hele leuke bijeenkomsten geworden, waarbij we heel veel hebben opgehaald. Het vervolg is toewerken naar keuzes. Naar een duidelijke en herkenbare koers die leidt tot optimale maatschappelijke toegevoegde waarde.

In de ophaalsessies kwam regelmatig naar voren dat we eigenlijk te weinig bekend zijn en dat het lang niet duidelijk is wat we doen. Een collega van de GGZ verzuchtte: “Ik heb navraag gedaan intern bij mijn collegae en we werken heel weinig samen. Terwijl ik denk dat het juist heel logisch is dat we veel samenwerken en elkaar gaan aanvullen. Maar niemand bij ons wist precies wat jullie allemaal doen.” Er werd ook regelmatig een lans gebroken voor de inwoners met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB). Deze inwoners wonen in de wijk en voor hen is het leven regelmatig een uitdaging. Een steun in de rug is dan gewenst om te voorkomen dat ze uit de rails lopen. Tevens werd opgemerkt dat binnen onze organisatie we het wiel vaak opnieuw uitvinden. Waarom niet beter en meer van elkaar leren? Als er iets nieuws is in West Friesland, waarom dan opnieuw uitvinden in de Kop van Noord-Holland?

Ik heb ook genoten van de positieve feedback. We staan breed bekend om onze deskundige professionals. Onze professionals denken vanuit de bedoeling en ook over de organisatiegrenzen heen. Dat preventie meer en beter op de kaart mag, was ook een conclusie. Onze inspanningen om meer blended dienstverlening te ontwikkelen werden toegejuicht.

Nu nog even over het vervolg. Het gaat om keuzes maken. Traditioneel denken de strategen dan in een breed assortiment en dan massaproductie of een smal assortiment en specialiseren. Ik vraag me af of deze strategieën ons verder gaan helpen. Dienen we niet vanuit de inwoner te denken die het alleen even niet redt. Collega Robbert Huijsman van Geriant raadde het regenboogmodel van Valentijn[1] aan. Dat gaat uit van de inwoner die hulp en/of ondersteuning nodig heeft. De professionals zoeken elkaar daarbij op en organiseren die hulp en/of ondersteuning ongeacht de grenzen van de organisatie. Op die manier ontstaat het optimale aanbod voor de inwoner. Hoe vertalen we dit model nu door naar onze strategie, inrichting van de organisatie en wat dienen we dan te leren als organisatie om dat in de praktijk te brengen. Om die passende regenboog neer te leggen heb je wel een overkoepelende visie op welzijnswerk (inclusief cliëntondersteuning) nodig. Misschien is het goed om daar mee te beginnen.

Dat punt van de regie kwam ook in de tweede ophaalsessie sterk naar boven. Een van de collegae van een gemeente gaf aan dat het wellicht ook beter was als we iets meer over de gemeentegrenzen heen zouden gaan organiseren. Dan kan het niet helemaal per gemeente voor welzijn een maatpak worden, maar dat wil niet zeggen dat het altijd slecht zittende confectie zal zijn. We zouden wellicht met heel veel gemeenten uit kunnen gaan van dezelfde basis. Gefundeerd door een gedeelde visie op welzijn? En dan per gemeente ca 10% couleur locale. Zou dat per saldo aan alle kanten niet veel doelmatiger worden?

U leest het, genoeg om over te peinzen en genoeg om met elkaar te bespreken. Ik sta open voor alle reacties, die u kunt mailen naar r.hartings@meewering.nl
.

 

Rob C.P. Hartings

Bestuurder



[1] Valentijn et al. 2013.
 
Contact MEE & de Wering